In de onderbouw (groep 1 en 2) werken we ontwikkelingsgericht. Dat betekent dat we vanuit leerlijnen werken en niet klakkeloos een methode volgen. De leerkracht weet wat het kind moet leren en kunnen en biedt deze leerdoelen binnen een thema aan. Elke periode staat er een thema centraal dat aansluit bij de belevingswereld van het kind. Door thematisch te werken worden de ontwikkelingsgebieden in samenhang aangeboden. We zijn hierbij gericht op de brede ontwikkeling van het kind. Als het Welbevinden en de Betrokkenheid in orde zijn, ontwikkelen de Competenties (taal, rekenen, motoriek, sociaal-emotioneel) zich vanzelf.
Handelings- en opbrengstgericht werken
In de midden- en bovenbouw werken we wel met methodes. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Wij komen zo goed mogelijk tegemoet aan de verschillen tussen leerlingen, door gebruik te maken van handelingsgericht werken. Dit is een systematische manier van werken, waarbij we uitgaan van de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van iedere leerling. Om aan de onderwijsbehoeften van zoveel mogelijk leerlingen tegemoet te komen, wordt er per vak gewerkt met een werkdocument en een vakplan. Hierop wordt, vanuit analyses van methode- en Citotoetsen, bijgehouden wat de groep of individuele leerlingen nodig hebben qua aanbod, instructie of begeleiding. We werken ook opbrengstgericht, waarbij we kijken naar de resultaten. We streven ernaar om zowel de tussen- als eindopbrengsten boven de landelijk gemiddelden te laten uitkomen.